Hoe een hernia me leerde balans te vinden met dit model
Hoe is dat bij jou? Je gaat met een collega in gesprek gaat, omdat diegene bijvoorbeeld vastloopt in het werk. Hoe vaak is het zo dat wat je ziet als signaal, vaak niet het daadwerkelijke probleem is. Dat het gesprek geregeld een andere kant op gaat, naar het echte probleem, als je daar tijd en ruimte voor geeft.
Zelf werk ik met het onderstaande coachmodel, vooral bij mensen die geregeld vastlopen. En waarin ze graag een verandering willen. Welke signalen zie ik en wat zit erachter? Soms weet iemand dat zelf wel, maar spreekt dit misschien niet zo snel uit. En sommige mensen zijn er helemaal niet bewust van.
Hoe kijk je dan naar dit model? Ik zal mezelf als voorbeeld stellen. Mensen die me al iets langer kennen, weten dat ik altijd last had van mijn rug. De ene keer meer dan een andere keer. Maar het belemmerde me in vrije tijd en ook in mijn sport. Maar ook merkte ik wel dat wanneer ik druk was op het werk, dat alles in mijn lijf snel vast kon slaan. Op een gegevens moment had mijn lijf er genoeg van en zat ik opgescheept met een hernia.
Het traject erna was al een genoeg stof voor een blog op zich. Maar vandaag houd ik het bij een opmerking die een oom (en mental coach) maakte aan de telefoon: ‘Suus, een hernia betekent letterlijk een gebroken rug. Je moet je afvragen hoe dat komt of wie dat heeft gedaan. En vaak gebeurt dat niet door een ander.’ En toen hing hij op.
Na een operatie en revalidatietraject kreeg ik het niet voor elkaar om weer voor 100% terug te keren in mijn werk. Terugkijkend was het vooral een worsteling met mezelf. En terwijl ik besloten had om niet alleen fysiek aan het werk te gaan, maar ook mentaal, kwam er een opleiding op mijn pad, integraal leefstijlcoach. De term gebruik ik verder nooit. Maar het heeft mij veel inzichten en verandering gegeven voor mezelf, maar ook in de kijk naar mensen.
Als je kijkt naar het model, zat ik met mijn probleem bij het fysieke deel (FQ). Maar wat zat er achter? Ik had nogal wat belemmerende gedachten en normen in mijn hoofd (IQ). Zoals ik al eerder vertelde, zelfzorg was niet mijn ding. Daarnaast had ik geen idee wie ik nu eigenlijk was en wat ik te brengen had. Dat had te maken met mijn identiteit en zingeving (SQ).
Terwijl ik dus hard aan het werk was met mijn fysieke deel, zorgden de andere aspecten dat ik steeds uit balans bleef. Doordat ik zelf aan de slag ben gegaan met deze aspecten, kwam het meer in balans. Waardoor er ook ruimte kwam voor het middelste deel, de pro-activiteit. Mijn voorbeeld is misschien wat extremer. Maar het is wel goed om stil te staan bij waar je naar kijkt. Ik word geregeld gevraagd om mee te denken wanneer iemand niet gemotiveerd is (lijkt) in het werk.
We duwen vaak op pro-activiteit en eigen regie. Terwijl iemand op een ander vlak vastloopt. Welke signalen zie je? Een collega oogt ongemotiveerd. En bij het verlaten van jouw kantoor loopt deze persoon tegen de deurpost. Niet eenmalig, maar geregeld. Iemand die teveel aan zijn hoofd heeft of op z’n tandvlees loopt, heeft moeite om de juiste ‘space’ om zich heen te bewaken. En loopt dus te kort door de bocht en te dichtbij een muur. (Herken je die zelf toevallig ook? Ik wel hoor.)
Iemand zegt bijvoorbeeld altijd ‘ja, ga ik doen’ tegen een leidinggevende. Maar uiteindelijk zie je dat niet terug in de praktijk. Ik heb op dit thema ooit eens iemand gesproken in de coaching die aangaf: ‘Ik heb geleerd dat ik nooit mijn leidinggevende tegenspreek.’ Terwijl de leidinggevende hem het liefst zag vertrekken. Dit zijn aspecten die te maken hebben met zaken die niet goed gaan.
Maar je kan natuurlijk door dit model ook kijken hoe iemand zich verder kan ontwikkelen. Want heeft iemand nodig om nog meer wendbaar te worden, nog meer energie over te houden voor na het werk etc. Hoe ga je ermee aan de slag? Je hoeft niet direct psycholoog te worden. Het begint met bewustwording. Weet dat er meer kan spelen bij een collega. En dat mensen zich er soms niet altijd bewust van zijn.
Open gesprek, hanteer ‘Vier billen op een hekje’
Een eerste stap, dat is een open gesprek. Gebruik daarbij de vier billen op een hekje. Huh?!?! Bij een training of workshop leg ik dit altijd uit d.m.v. een tekening, die mensen wat makkelijker onthouden. Ik weet niet of het nu blijft hangen, maar zie de tekening hieronder. Stel open vragen die beginnen met wie – wat – waar – wanneer – hoe. En laat de waarom achterwege. De waarom-vraag is bijvoorbeeld voor LEAN werken heel fijn. Maar in een open gesprek wil je deze vermijden, omdat het als een ondervraging kan voelen. En zeg soms gewoon ‘vertel…’ en wees even stil. Echt luisteren kan veel informatie en/of inzichten geven om iemand weer verder op weg te helpen.